Haalt intercropping hetzelfde rendement/kwaliteit als monocultuur met minder bespuitingen?
Saldoberekeningen opstellen intercropping – monocultuur
DOELSTELLINGEN
Demonstratieproef met als centrale vraag haalbaarheid in de praktijk:
➢ Haalt intercropping hetzelfde rendement/kwaliteit als monocultuur met minder bespuitingen?
➢ Vragen over ziekten en plagen, nutrienten e.d. complementair met proef afdeling BIO
➢ Saldoberekeningen opstellen intercropping – monocultuur
Foto: Overzicht proefperceel
Testorganisme
➢ Voor prei: Purpervlekkenziekte (Alternaria porri), papiervlekkenziekte (Phytophtora porri), roest (Puccinia allii), preimot (Acrolepiopsis assectella), uienvlieg (Delia antiqua) en trips (Thrips tabaci)
➢ Voor knolselder: loofverbruining (Alternaria dauci), witziekte (Erysiphe heracleï), mineerborstelmot (Epermenia chaerophyllella) en de wortelvlieg (Psila rosae)
Proefgewas en cultivar
➢ Prei – Allium porrum – ALLPO ▪ Cultivar: Poulton (Nunhems)
➢ Knolselder – Apium graveolens var. rapaceum – APUGR ▪ Cultivar: Markiz (Nunhems)
Objecten
Tabel 1: Overzicht van de objecten Nr.
|
Omschrijving object
|
1
|
Monocultuur knolselder
|
2
|
Monocultuur prei
|
3
|
intercrop knolselder
|
4
|
Intercrop prei
|
Bespreking van de resultaten
Effectiviteit
De tripsaantasting (zie Tabel 6) gedurende het seizoen was zeer hoog. Het droge en warme seizoen waren bevorderlijk voor de plaagontwikkeling. Tussen de monocultuur en intercropping was geen beduidend verschil te zien tot 15 oktober. Bij de waarneming dan scoorde de intercroppingstroken met een score van 6,1 beduidend slechter dan de monocultuur met een score van 5,7. Het “zachtere” spuitschema in de intercropping lag hoofdzakelijk aan de basis van dit verschil.
Op 29 oktober kon een milde spintaantasting worden vastgesteld, net als sporadisch wat papiervlekken en roest. Tussen de monocultuur en intercropping was een beduidend verschil merkbaar in spintaantasting. De intercropping vertoonde meer spint (score 4) dan de monocultuur (score 3,1).
In de knolselder was de wortelvliegdruk zeer beperkt. Hierdoor is het dan ook niet mogelijk om een beduidend verschil te zien tussen de objecten. In Tabel 13 staan de resultaten van de beoordeling van de proefoogst op 22/11/2018. In de monocultuur bleven 82,5% van de knollen onaangetast en in de intercropping 84,2%. Bij de berekening van een schade-index was het niet mogelijk verschillen te ontwaren.
De omstandigheden tijdens de proef waren niet gunstig voor de ontwikkeling van Septoria, met slechts een 10,9% aangetasten planten in de proef. De hoge variatiecoëfficiënt van deze waarnemingen geeft aan dat de variabiliteit zeer hoog was in deze proef. Tussen de modaliteiten werd geen verschil waargenomen. Ook voor kale koppen en Sclerotinia was er geen verschil tussen de monocultuur en intercropping.
Opbrengst
De pre werd geoogst op 19/11/2018 en klaargemaakt zoals voor aanlevering aan de veiling. In Tabel 8 en Tabel 9 zijn deze opbrengstcijfers en de bijhorende maatsortering voor het Flandriasegment weergegeven. Tussen de monocultuur en intercropping werden geen beduidende verschillen waargenomen.
Om de prestaties van de intercroppingstroken van 3 meter te vergelijken met de monocultuur (9 m strook), werd de Land Equivalent Ratio berekend per blok volgens Willey, 1979. Dit is de verhouding van de opbrengst per oppervlakte-eenheid van de intercroppingcultuur tegenover monocultuur en kan als volgt worden berekend in het geval van deze proef:
Tabel 14 geeft de uitkomsten van deze berekeningen. Hierbij valt op dat er geen beduidend verschil is tussen de monocultuur en intercropping
Kwaliteit
Waar uit de maatsortering geen significant verschil naar voor kwam tussen monocultuur en intercropping, was dit wel het geval voor de kwaliteitsverhouding Flandria/A1. De stroken intercropping zijn op het einde van het teeltseizoen ongelijk behandeld ten opzichte van de monocultuurreferentie.
BESLUIT
Intercropping in alternerende stroken van 3 meter haalde in deze proef hetzelfde rendement als de bredere stroken van 9 meter die als monocultuur referentie fungeerden.
Voor de kwaliteit van de knolselder werden in deze demonstratieve proef geen verschillen waargenomen tussen de monocultuur en intercropping.
Op gebied van kwaliteit bij prei was de fysieke afwisseling knolselder met prei in combinatie met een lichter spuitschema niet in staat dezelfde kwaliteit te behalen als de monocultuur met referentieschema.
Klik hiernaast naar het volledig rapport Haalt intercropping hetzelfde rendement/kwaliteit als monocultuur met minder bespuitingen?